stokstellen.gif

Asta-K9
Surveillancehonden
Home | Even voorstellen | Marco | Poëzie | Asta | Surveillancehonden | Links | Foto's | E-mail
asta4.jpg

Algemene politiehonden. Hieronder worden de algemene surveillancehonden bedoeld. Dit zijn de honden die je het meest ziet op televisie en op straat. De surveillancehonden zijn op een breed gebied inzetbaar. Zo kunnen zij bijvoorbeeld zoeken naar alles waar menselijke lucht aanzit. Het is hen echter nooit geleerd een onderscheid in deze luchten aan te brengen. Speurhonden kunnen dit wel.

Verder kunnen surveillancehonden heel goed worden ingezet bij openbare orde handhaving. Honden maken vaak heel wat meer indruk dan politieagenten. Mensen kiezen dan ook vaak eieren voor hun geld.

Daar surveillancehonden (als zij bijtend worden ingezet) behoorlijke geweldsmiddelen zijn, worden zij genoemd in de Ambtsinstructie voor de politie en de Kmar. In de ambtsinstructie wordt ook vermeld dat de hond en zijn geleider in het bezit moeten zijn van een certificaat. Daarvoor moeten zij dus examen doen. Hieronder een kleine uitteenzetting van de eisen die gesteld worden aan een surveillancehond en de geleider.

 

 

 

REGLEMENT SURVEILLANCEHONDEN:

 

 

Het af te leggen examen (keuring), bestaat uit vier onderdelen. Deze worden ook wel afdelingen genoemd.

 

Afdeling I

 

Afdeling II

 

Afdeling III

 

Afdeling IV

 

 

Afdeling I (gehoorzaamheid en vaardigheid)

 

-       De geleider moet met zijn hond surveilleren. Dit houdt in dat er 50 meter in gewone pas, 50 meter in looppas en 50 meter met de fiets moeten worden afgelegd. Daarnaast moet de hond de geleider onaangelijnd volgen, waarbij de hond op commando links en rechts naast de geleider moet gaan lopen. Vervolgens dient de hond 3 minuten te blijven liggen terwijl de geleider uit het zicht is.

-       De hond moet stil kunnen zijn. De geleider en zijn hond moeten uit het zicht gaan zitten/liggen en mogen niet worden opgemerkt (niet gezien en niet gehoord) door passanten, die op korte afstand voorbij lopen en met elkaar praten.

-       De hond moet ook een bepaalde vaardigheid bezitten om hindernissen te kunnen nemen. Een open trap, een kruippijp waarvan het uiteinde niet zichtbaar is, een vrije sprong over een dranghek, een sprong over een brede kuil, een klimsprong over een schutting en het lopen over een hoge legger.

 

 

 

Afdeling II (Zoeken en revieren naar voorwerpen en personen)

 

-       De hond moet in een tijdsbestek van maximaal 10 minuten drie kleine voorwerpen (denk aan hulzen, moeren, sleutels etc) vinden in een veld van ongeveer. 30 bij 50 meter en deze bij de geleider brengen.

-       De hond moet in een groot zoekterrein een wapen en een breekwerktuig opzoeken en door middel van een verwijzing (meestal blaffen) kenbaar maken dat hij ze heeft gevonden.

-       De hond moet een persoon zoeken die zich heeft verstopt in een

van minimaal acht ruimten in een gebouw of terrein.

 

 

 

 

 

 

Afdeling III (Bewaken en stellen):

 

-       Voertuig bewaken. De hond moet direct bijten indien het hok in de auto wordt geopend door een vreemde.

-       Stokstellen. Als de geleider met de hond aan het surveilleren is komt er ineens een verdachte tevoorschijn die een tas laat vallen, en het op een lopen zet. Na tweemaal te hebben gesommeerd dat de verdachte moet blijven staan, zet de geleider de hond in. Vlak voordat de hond bij de verdachte is draait deze zich om en probeert door middel van commandos en een slag met een droge dunne stok de hond weg te jagen. Het is de bedoeling dat de hond voldoende moed toont en alsnog een aanval maakt om de verdachte tot staan te brengen. Vervolgens komt de geleider bij de verdachte, commandeert de hond los en houdt de verdachte aan. De hond wordt op ongeveer drie meter van de verdachte afgelegd, waarna de verdachte door de geleider gefouilleerd zal worden. Hierna moet de verdachte getransporteerd worden naar een gereed staande dienstauto. Bij de auto aangekomen maakt de geleider een portier open, waarop de verdachte wegvlucht. Het is de bedoeling dat de hond dan weer inbijt en de verdachte tot staan dwingt.

-       Schijnstellen. De geleider surveilleert wederom met zijn hond. Op een gegeven moment komt er weer een verdachte in beeld. Als deze niet blijft staan na twee sommaties, stuurt de geleider zijn hond weer. Als de hond de verdachte echter tot op ongeveer 30 meter genaderd is, draait deze zich om en blijft doodstil staan. Het is de bedoeling dat de hond dan niet bijt, maar direct tot bewaken overgaat. Als de geleider dan weer bij de verdachte en zijn hond is, is de afhandeling hetzelfde als bij de oefening stokstellen. (Fouilleren, transport lopen en vluchten)

-       Schotstellen. De geleider surveilleert nog steeds met zijn hond, als er plotseling een persoon in beeld komt, die een schot lost in de richting van de geleider. Hierop wordt direct de hond gestuurd. Vervolgens vuurt de verdachte nog een schot af, en gooit hij nog een voorwerp naar de hond. Als de hond de verdachte tot stilstand heeft gebracht dient de geleider vanuit de dekking te sommeren dat de verdachte het wapen dient te laten vallen. Indien dit is gebeurd loopt de geleider pas naar de verdachte en de hond toe. Bij de verdachte gekomen moet hij eerst zijn hond los commanderen, de verdachte aan te houden en dan pas het wapen op te rapen en dit in een plastic zak te doen. Hierna volgt het hele ritueel weer van het fouilleren en het transport lopen. Het enige verschil is nu dat indien de geleider het portier van de auto heeft geopend, de verdachte niet vlucht, maar probeert de geleider te overvallen. De hond moet ook dan weer zonder aarzelen inbijten en de verdachte tot staan brengen.

-       Terugroepen. Tijdens het surveilleren komt er wederom een verdachte inbeeld die na herhaald sommeren niet blijft staan. Nadat de hond is ingezet, dient deze na een bepaald punt te worden teruggeroepen. Indien de hond terugkeert bij de geleider, is de oefening afgelopen.

 

 

 

Afdeling IV (combinatievorming)

 

-       Tijdens de keuring worden zowel de hond als de geleider ook nog op een aantal punten beoordeeld, die punten worden in dit taakdeel toegekend.

 

 

 

Tijdens een keuring zijn er altijd twee keurmeesters, een rijksgecommiteerde en een of twee gecertificeerde pakwerkers. Dit is de zogenaamde keuringscommissie die de honden en hun geleiders keuren.

 

Voor iedere oefening is een bepaald aantal punten te scoren. Men moet minstens 60% van het totaal aantal punten in een afdeling halen.

Alleen indien de hond bijt bij het schijnstellen, of niet terugkeert bij het terugroepen, is men direct gezakt, ook al heeft men verder alle punten gehaald.

 

Indien men voldoende punten heeft gehaald, zal er door het KLPD een officieel certificaat worden uitgegeven dat twee jaar geldig is. Na twee jaar moet de combinatie dus weer hetzelfde programma met goed gevolg afleggen.